maandag 22 november 2010

Boe


De kunstwereld spreekt niet vaak met één stem. Iedereen wil zijn eigen subsidie veiligstellen, niemand wil de bevriende overheden voor het hoofd stoten en uiteindelijk houdt men de artistieke geheimen graag zo lang mogelijk binnenskamers, totdat een uitvoering, tentoonstelling of voorstelling de aanleiding vormt om ermee naar buiten te komen. Dit is niet onbegrijpelijk, maar soms wel jammer. Want niet alleen kunnen kunstenaars veel van elkaar leren, elkaar verrijken, maar het cliché samen sta je sterker is ook in de kunstwereld waar. Hoe mooi was het dan ook dat er zaterdag om 16:00 uur één stem te horen was uit alle hoeken van de kunstwereld en in alle (uit-)hoeken van Nederland. Een schreeuw. Een behoorlijk artistiek verantwoorde en mooie schreeuw. Maar toch zeker wel een schreeuw, en hard ook. Meer dan dat was het niet, misschien te eenvoudig, maar in elk geval duidelijk. Er werd voor één keer niet gewezen naar andere kostenplaatsen waarop niet gekort wordt (defensie, voetbalkaartjes, politie enz.), geen onderscheid gemaakt tussen links en rechts; er was gewoon een hele grote groep kunstliefhebbers, die wilde laten horen dat, bezuinigingen of niet, er best met wat meer liefde en aandacht vanuit de politiek naar de kunst gekeken mag worden.
En toen was daar Frits Bolkestein. Even groeide mijn hart een klein beetje. Wat dapper, een VVD-er in links Amsterdam, die ging bewijzen dat liefde voor kunst de politiek overstijgt. Heel even maar. Totdat hij zich genoodzaakt zag (waarom?) om zijn steun voor het kabinet uit te spreken en om, als enige op het Ajaxbordes die middag, te zeggen waar het geld dat niet bij de kunsten weg mocht, dan wel vandaan moest komen. Dat ontwikkelingshulp het volgens Bolkestein moest ontgelden was heel jammer, dat was een groot deel van de demonstranten het met elkaar eens en ik ook. Maar dat is niet waarom ik iets deed dat me had voorgenomen niet te doen. Dat op een middag, waarop uit vele kelen dezelfde boodschap klonk: wij houden van cultuur en willen dat die liefde door Den Haag begrepen en gerespecteerd word, één man het toch nodig vond om te polariseren, om te politiseren, om een eensgezinde boodschap te veranderen in een discussiepunt, dat is waarom ik ‘boe’ heb geroepen. Even pathetisch als dit stukje, dat snap ik best. Maar ik moest het toch even kwijt. BOE.

donderdag 18 november 2010

Piepende wielen


Kijk, wat ik denk is dat Wilders kunst helemaal niet zo belangrijk vindt. De PVV wuift elk belang van kunst weg en haalt het dan zonder een traan te laten van de begroting af. Maar de bezuinigingen die dat oplevert zijn nihil. Voor Geert Wilders is kunst helemaal geen belangrijk punt, het was gewoon makkelijk om te schrappen, makkelijk weg te zetten als elitair en nutteloos. Maar ik denk dat van alle punten die Wilders op de agenda heeft, kunst (of het kortwieken daarvan) voor hem veruit het minst belangrijk is.
En daar zit hem volgens mij onze kans. Rutte heeft zichzelf al buitengewoon impopulair gemaakt door zich zo laatdunkend over kunst uit te laten, VVD-ers zijn voor een groot deel kunstliefhebbers en VVD is altijd een partij geweest die de kunsten hoog in het vaandel had. Wilders vindt kunst volstrekt onbelangrijk en besteedt er het liefst zo weinig mogelijk tijd aan. Het CDA hoor ik nauwelijks over de kwestie, dus het zal wel geen speerpunt zijn. Ik denk dus dat als wel maar hard genoeg zeuren, dat er dan wel iemand gaat zeggen: laten we die mensen maar gewoon hun zin geven, het is een kleine moeite, kost ons heel weinig geld, niemand zal het ons kwalijk nemen en het scheelt ons een hoop gedoe. Daarom ga ik zaterdag maar eens protesteren. Zoveel mogelijk lawaai maken om te laten zien dat er genoeg mensen zijn die kunst wél belangrijk vinden. In het Engels is er een mooi spreekwoord voor: a squeaky wheel gets the grease, wie piept krijgt extra aandacht. Of steun. Of geld. Dat lijkt me een mooi uitgangspunt, dus ik begin alvast met inschreeuwen.
Tot zaterdag, 16:00 uur, waar dan ook.
AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAARGH!!!!

vrijdag 12 november 2010

Thuiswerkdag


'Lief! Er wordt aangebeld...' Eigenlijk was ik al wakker, en lief nog niet, maar ik vindt opstaan om open te doen voor onverwachte gasten een mannentaak. Sterker nog, het is een van de enige taken die ik typisch een mannentaak vindt. Al was het maar omdat vriendlief gewoon in zijn onderbroek naar de deur kan lopen en ik niet. Vind ik.
Grommend trok vriendlief een joggingbroek aan en liep naar de deur om open te doen voor de schilder, die voor de buren kwam. Waarom hij bij ons aanbelde wist hij zelf ook niet. Voelde vertrouwd denk ik, want hij was vorige week nog bij ons aan het werk.
'Je hebt een stukkie overgeslagen laatst', zei vriendlief in vloeiend schilders. 'Kom ik straks nog effies langs' was het antwoord. Vriendlief kroop terug het bed in en viel meteen weer in slaap.
'Lief! Er wordt geklopt...' Ik was nog steeds wakker, maar ook opendoen voor schilders is een mannentaak, als ik mijn pyama nog aanheb tenminste. Bovendien spreekt hij schilders en ik niet. Tijdens het schilderen voerden ze een aangenaam gesprekje. Vriendlief vertelde dat we allebei een thuiswerkdagje hadden, een ongekende luxe, zo samen. Stiekem een beetje uitslapen en dan allebei met een kopje thee aan het werk in de huiskamer. De schilder moest erom lachen, een thuiswerkdag, toe maar. 'Die heb jij natuurlijk niet, thuiswerkdagen', stelde vriendlief vast. Nee, zei de schilder, die had 'ie niet. Nou ja, hij kon natuurlijk wel een dagje thuis gaan klussen, maar daar werd 'ie dan niet voor betaald. Hij moest er zelf heel hard om lachen. Maar ik werd er om een of andere reden een beetje treurig van.

maandag 8 november 2010

Hobbyisme


Een goede geuzennaam is nooit weg, laat ik dat voorop stellen. Het niet alleen accepteren, maar zelfs adopteren van een spotnaam getuigd van gevoel voor humor, een vermogen tot zelfrelativering, maar ook van zelfverzekerdheid: noem me wat je wil, pijn doet het toch niet. Ik word zelf nog wel eens Wiki genoemd. Echt niet alleen maar waarderend omdat ik zoveel triviale kennis meedraag, maar waarschijnlijk vooral spottend, omdat ik alles altijd beter weet. Een naam die ik met liefde voor mezelf gebruik om aan te geven dat ik me bewust ben van dat gebrek, maar er ook een zeker gevoel van trots voor koester. Bovendien haal je met het aannemen van een geuzennaam de angel uit de belediging. Als je de belediging lachend beaamt, kan degene die de belediging bedacht wat nieuws gaan bedenken, of (en dat gebeurt vaker) in een hoekje gaan zitten mokken.

Ik wil alleen héél graag dat niemand meer de term Linkse Hobby's bezigt. Ik val niet over het hobbygedeelte, een geuzennaam behoort nu eenmaal bagatelliserend, denigrerend en ironisch te zijn. Het linkse gedeelte, daar zit hem wat mij betreft het probleem. Kijk, kunst is natuurlijk geen hobby, maar het bekt wel lekker en lekker veel mensen kunnen er boos om worden, dat is fijn. Links is echter alleen een scheldwoord voor mensen die niet links zijn. Wij, linkse rakkers, zien geen kwaad in het predicaat links. Maar denk eens aan alle CDA- en (vooral) VVD-stemmende kunstliefhebbers. Dat zijn er niet alleen heel veel, ze zijn ook (invloed-)rijk en daarom buitengewoon belangrijk voor de kunsten. Niet alleen worden zij liever niet links genoemd en dat is nog heel vriendelijk uitgedrukt, ze kunnen de term ook niet meer als geuzennaam adopteren, omdat sociaaldemocratische kunstliefhebbers de term links al zonder enige ironie hebben omarmd. Wat wij dus doen door vrolijk bij elke demonstratie 'handen af van onze linkse hobby's' te roepen, is een heel belangrijk deel van kunstminnend Nederland vervreemden van de goede zaak. Welke zichzelf respecterende VVD-stemmende operabezoeker kan zich met goed fatsoen laten zien in een groep slechtriekende, krakende, bleekselderijvreters? (En nu niet meteen op de achterste benen gaan staan, vegetarische vrienden, adopteer het maar als geuzennaam.)

Noem mij Wiki, een zestiende-eeuwse Nederlandse strijder een schooier (Geus) en kunst een hobby, in godsnaam, maar laat bij kunst de politieke kleur vooral weg, zodat we ons eensgezind met man en macht kunnen scharen achter de veelkleurige vlag van de kunsten. Handen af van onze hobby!

woensdag 4 november 2009

blond


Het zijn slechte tijden voor blonde vrouwen. Do had Mexicaanse griep, maar is, god zij dank, weer aan het herstellen. Het haar van Yvonne Jaspers is ernstig beschadigd tijdens het stylen voor een fotoshoot voor het blad Miljonair. Ze moet genoegen nemen met een schamele duizend euro schadevergoeding, die ook nog eens naar een goed doel gaat. Wendy van Dijk, meestal toch publiekslieveling nummer één, krijgt de Curaçaose televisie over zich heen, die niet bepaald gecharmeerd blijkt van haar Dushi typetje (onvoorstelbaar!). Dat het Daphne Dekkers niet helemaal meezit kon u lezen in mijn vorige bijdrage. Babette van Veen is door een nog onbekende oorzaak psychisch terug naar haar puberteit en kibbelt als een ordinaire zestienjarige met manlief op Twitter. Ook haar smaak blijkt te lijden onder dezelfde ziekte, aangezien de ruzie gaat over haar liefde voor Michael Bublé. Joke Bruijs gaat een rol spelen in Goede Tijden Slechte Tijden en zet daarmee definitief een punt achter elke mogelijkheid tot een waardige comeback. En Geert Wilders wordt van alle kanten bestookt door knettergekke gekkies die zeggen dat hij extreem rechts zou zijn. De laatste is natuurlijk geen vrouw, maar compenseert dat ruimschoots met een overvloed aan te blond haar.
Tot zover de berichtgeving, ik verblijf in de hoop dat brunettes binnenkort niet in dezelfde crisis terecht zullen komen.

donderdag 29 oktober 2009

Dik



Arme, arme Daphne Dekkers. Vanuit de diepste goedheid van haar hart raadde ze twee goedgevulde modellen aan om wat kilootjes kwijt te raken. Hiermee probeerde ze natuurlijk duidelijk te maken dat de dikke dames met hun huidige vorm nooit als volwaardig model zouden worden gezien. Pure opbouwende kritiek dus, om de carrièrekansen van de propjes te vergroten. En nu is iedereen boos op Daphne Dekkers. Want, zo luidt het algemene oordeel, door de twee vetkleppen erop te wijzen dat ze niet dun genoeg waren voor de carrière die ze beoogden, zou ze kijkende meisjes, die soms zelfs nóg dikker zijn dan deze twee dikkerdjes, het idee geven dat ze ook op dieet moeten.
Arme onbegrepen Daphne Dekkers. Ze had het zo allemaal niet bedoeld. Ze bedoelde alleen dat de twee modellen te dik waren, niet dat al die walgelijke obese tieners thuis voor de tv zouden moeten afvallen. Anders had ze dát wel gezegd. Dat niemand dat begrijpt is natuurlijk de grote tragiek van Daphne Dekkers. Ze noemt de boze reacties ‘onfatsoenlijk’, de meisjes zouden ervan overtuigd moeten zijn dat ze mooi zijn, anders zaten ze natuurlijk niet in Benelux’ Next Topmodel. En meisjes die kijken snappen heus wel dat zij niet aan die modellennorm hoeven te voldoen. Net zo goed als ouders die in chup-a-chupreclames Daphne Dekkers horen zeggen dat lollys gezond zijn, ook wel begrijpen dat dat alleen maar waar is op tv, en niet in het echte leven. In het echte leven wordt je moddervet van lollys, maar dat vindt Daphne Dekkers niet erg, zolang je maar geen model wil worden

woensdag 21 oktober 2009

Rots


Het schijnt zo te zijn dat er elk moment een meteoriet op ons dak kan vallen. Het heelal is zo onmetelijk groot dat de kans gering is dat we het stuk ruimterots, al kan die het formaat van een kleine planeet hebben, ver van tevoren zien aankomen. En als we hem wel, zeg twee weken van tevoren, zien, is er niet zoveel dat we kunnen doen. We hebben een apparatuur om kernwapens de ruimte in te sturen, en hadden we die wel, dan zou een grote bom van één grote klomp steen, vele kleinere klompen steen maken, die met dezelfde vernietigende kracht op ons neer zouden dalen. Ik zal u de verdere details besparen, daarvoor kan ik u van harte het boek Een kleine geschiedenis van bijna alles van Bill Bryson aanbevelen. Waarom ik het u vertel is dat ik dit op een of andere manier een heel geruststellende gedachte vind. Ik weet hoe u nu kijkt, ik heb die blik vaker gezien. Maar van alles dat ons kan overkomen (en ook hier bespaar ik u met liefde de details), vind ik ‘dood door ruimterots’ nog niet zo’n slechte optie. Wellicht bezorgt het ons zelfs eeuwige roem, want het schijnt dat ook de dinosauriërs op deze wijze aan hun einde zijn gekomen en wie kent die nu niet?
Op het gevaar af te filosofisch te worden, wil ik u maar zeggen dat er onuitsprekelijk nare dingen zijn die de mensen elkaar aandoen. Van een kwetsende schreeuwlelijk als Wilders aan de voet van de ellendeberg, via Amerikaanse martelpraktijken naar de onmenselijke geweldsdaden van sommige Afrikaanse ‘vrijheidslegers’ ergens bovenaan. Dan vind ik het idee dat ons allemaal een meteoriet boven het hoofd zou kunnen hangen (vergeef me de woordspeling) prettig en relativerend. Heb ik het zo goed uitgelegd? Nee. Is het me van het hart? Ja.
Fijn zo.