woensdag 21 oktober 2009

Rots


Het schijnt zo te zijn dat er elk moment een meteoriet op ons dak kan vallen. Het heelal is zo onmetelijk groot dat de kans gering is dat we het stuk ruimterots, al kan die het formaat van een kleine planeet hebben, ver van tevoren zien aankomen. En als we hem wel, zeg twee weken van tevoren, zien, is er niet zoveel dat we kunnen doen. We hebben een apparatuur om kernwapens de ruimte in te sturen, en hadden we die wel, dan zou een grote bom van één grote klomp steen, vele kleinere klompen steen maken, die met dezelfde vernietigende kracht op ons neer zouden dalen. Ik zal u de verdere details besparen, daarvoor kan ik u van harte het boek Een kleine geschiedenis van bijna alles van Bill Bryson aanbevelen. Waarom ik het u vertel is dat ik dit op een of andere manier een heel geruststellende gedachte vind. Ik weet hoe u nu kijkt, ik heb die blik vaker gezien. Maar van alles dat ons kan overkomen (en ook hier bespaar ik u met liefde de details), vind ik ‘dood door ruimterots’ nog niet zo’n slechte optie. Wellicht bezorgt het ons zelfs eeuwige roem, want het schijnt dat ook de dinosauriërs op deze wijze aan hun einde zijn gekomen en wie kent die nu niet?
Op het gevaar af te filosofisch te worden, wil ik u maar zeggen dat er onuitsprekelijk nare dingen zijn die de mensen elkaar aandoen. Van een kwetsende schreeuwlelijk als Wilders aan de voet van de ellendeberg, via Amerikaanse martelpraktijken naar de onmenselijke geweldsdaden van sommige Afrikaanse ‘vrijheidslegers’ ergens bovenaan. Dan vind ik het idee dat ons allemaal een meteoriet boven het hoofd zou kunnen hangen (vergeef me de woordspeling) prettig en relativerend. Heb ik het zo goed uitgelegd? Nee. Is het me van het hart? Ja.
Fijn zo.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten